In maart 2023 kwam Timo naar de kudde in Travancinha, Centraal Portugal. Een vriendin van mij, dierentolk Mirjam Roenhorst van De Heldere Kijk, zei mij dat hij bang was dat ook dit adres tijdelijk zou zijn. Ik heb hem beloofd dat hij bij deze kudde mag blijven, zo lang als het voor mij mogelijk is dit te realiseren. Het is bijzonder om je paard te zien veranderen van een rijpaard met slechte sociale paardenskills, naar een dier dat dicht bij zijn oorspronkelijke 'zijn' leeft. De groep is hecht, ieder paard heeft zijn eigen rol, ze leveren allemaal een bijdrage aan het geheel. Ze wonen op tientallen hectares, drinken uit de rivier, eten verschillende soorten grassen, bloemen en kruiden, en slopen indien mogelijk natuurlijk ook de siertuin van de eigenaar. Het blijven paarden Timo heeft mij niet nodig. Als hij mij opmerkt, komt ie altijd even kijken of er een appeltje is. Zo niet, dan gaat hij zijn eigen weg. Ik mag mee, maar het hoeft niet. Hoewel ik het rijden erg mis, heb ik niet de behoefte om mijn vriend te zadelen en mee te nemen op een ritje. Het is voor hem niet prettig om de groep te verlaten. Daarnaast komt de hele kudde mee. Zo nu en dan maken we ritjes over de quinta, met alle paarden. We laten de paarden zelf hun weg kiezen en wij rijden mee. Een andere manier van met paarden omgaan. Ik ben er nog niet uit wat de toekomst brengt. De kriebel om de wereld te verkennen te paard blijft bestaan. Maar of dat met Timo gaat zijn...? Ik weet het niet.
0 Opmerkingen
Afgelopen week was het een jaar geleden dat Timo arriveerde in Portugal. Wat is de tijd voorbij gevlogen. Mijn dappere paard. Hij herstelde van de reis en paste zich aan. Aan de hoge temperaturen, de arme vegetatie, de enorme ruimte, het heuvelachtige terrein en zijn nieuwe vrienden. In maart verhuisde Timo naar de kudde van Linda. Het was best een risico om hem zonder enige gewenning te introduceren in een nieuwe groep paarden. Maar dit is Portugal, er zijn geen stallen, of paddocks die je in tweeën kunt delen. Bij aankomst na de lange rit zadelde ik af en Timo mee naar het midden van een van de terrassen, zodat er voldoende ruimte was voor de ontmoeting. Nu is mijn paard niet bang uitgevallen, in nieuwe en stressvolle situaties gaat hij eerst op onderzoek uit om daarna te beslissen of iets griezelig is. Zo ook nu. Hij keek eens om zich heen, ging rollen en daarna in volle draf op de groep af. De paarden begroetten elkaar één voor een. Het was prachtig om te zien. Geen agressie, geen angst, slechts nieuwsgierigheid naar de nieuwkomer. Na dit begroetingsritueel gingen ze grazen. Samen. En zo bleef het. De eerste twee weken was Timo nogal aanwezig. Hij leek de leiding van de kudde over te nemen en deed dat met behoorlijk veel branie. Maar de kenner kon zien dat dit gedrag uit onzekerheid voortkwam. Deze kudde van vier ruinen en twee merries is al lange tijd samen. Ze vormen een hechte groep. Hoewel ze vriendelijk zijn, duurde het wel even voordat Timo er daadwerkelijk bij hoorde De afgelopen weken heb ik niet gereden. Integreren verloopt minder soepel als er steeds één paard uit de groep gehaald wordt. Regelmatig gaan Linde en ik samen naar de paarden toe en ‘zijn’ gewoon een paar uur aanwezig. Daar is echter niets ‘gewoons’ aan. Gedrag observeren mateloos interessant. De Arabische merrie Serena is zonder twijfel de leidende merrie, maar leiden is iets anders dan domineren. Ieder paard lijkt zijn eigen rol te hebben in de dagindeling. De een bepaalt wanneer er gedronken wordt, een ander neemt het initiatief om te gaan rusten. Timo is dik bevriend met Serena, waardoor zijn rang in de groep vrij hoog is. Maar zodra zij aangeeft dat ze niet van hem gediend is, bijvoorbeeld direct na haar hengstigheid, komt Prins, de Lusitano, tussenbeide en zet Timo op zijn plek. Fascinerend om te zien en zoveel boeiender dan erop zitten en een rondje door de bak sturen.. Vorige week had Linde een paardenvriendin uit België op bezoek, Inge. Zittend onder de bomen vertelde zij over haar geliefde paard Spot, dat ze anderhalf jaar geleden, na vele jaren samen, moest laten inslapen. Alex, een kruising Appaloosa x Fjord, kwam voorbij wandelen en ging een meter of tien verderop liggen. Inge stond op en ging even bij hem zitten. De andere paarden werden wakker en liepen al grazend bij deze scène vandaan. Het is ongewoon dat de kudde wegloopt, terwijl er één paard dat slaapt achterblijft. Alex leek er geen last van te hebben. Hij ging zelfs helemaal plat liggen en Inge deed hetzelfde. Van tien meter afstand aanschouwden wij dit tafereel en plotseling werden we tegelijkertijd letterlijk overspoeld door een golf van verdriet. Tranen stroomden. Zomaar uit het niets. Linde en ik keken elkaar aan. Gebeurt dit echt? Na ruim een kwartier kwamen Alex en Inge overeind en voegden zich weer bij ons. Alex achter haar met zijn hoofd direct boven dat van haar. Hij ademde zwaar. Inge droogde haar tranen en keek omhoog: “Zo ademde Spot ook op het eind van zijn leven.” In stilte bleven we zitten, hier zijn geen woorden nodig. Linde geeft regelmatig coachingssessies met haar paarden, maar deze werd spontaan aangeboden door Alex, die langzaam weer tot zichzelf kwam, waarna de andere paarden hem ophaalden om te gaan grazen. Als paarden ‘paard’ mogen zijn, gebeuren er magische dingen. De coachingsactiviteiten van Linde kun je vinden op Instagram onder de naam ‘Cavalos do Vale do Pio’. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in het voorjaar van 2023 In Centraal Portugal wonen veel estrangeiros (buitenlanders), maar paardenmensen zijn vrij zeldzaam. Die vind je wat zuidelijker. Minder bergen, meer gras. Afgelopen jaar ontmoette ik Linde, een Belgische dame die in 2022 ook hier neerstreek met haar zes paarden. Via een Facebook oproep over vliegenspray vonden we elkaar. Het klikte en we speelden met de gedachte om de paarden samen te zetten. Maar Timo stond lekker dichtbij, bij mijn buren ‘Portugal by Horse’ en had het daar prima naar zijn zin. Een maand geleden hielp ik Linde met de verhuizing van haar paarden. Zelf heeft ze vijf hectare grond, dat is hier bij lange na niet genoeg om zes paarden het jaar rond te voeren. Dit betekent dat er altijd hooi bijgevoerd moet worden en kwalitatief goed hooi is in Portugal niet zo gemakkelijk te vinden. Daarnaast is brand hier dagelijkse realiteit in de hete zomermaanden. De allesverwoestende brand van 2017, waarbij in deze regio tientallen mensen om het leven kwamen, heeft een collectief trauma veroorzaakt bij de lokale bevolking. Afgelopen zomer was het weer raak in deze vallei. Voor de tweede keer in vijf jaar brandde de hele vallei af. Linde verloor haar caravan met daarin alles wat ze bezat.. Gelukkig was haar huis in aanbouw en overleefden alle dieren overleefden de brand. Aan de overkant trof de gigantisch grote Quinta da Lua Nova, van Mario en Milko hetzelfde lot. Ken je dit stel nog? Ze waren twee keer te zien in ‘Ik vertrek’. Al hun nieuw aangeplante fruit- en olijvenboomgaarden gingen opnieuw verloren. De enige maatregel tegen deze branden is het kort houden van begroeiing. Op een Quinta van vijftig hectare is maaien een monsterklus. Het zijn geen weides zoals bij ons, maar rotsige hellingen met metershoge keien waartussen bramen, brem en mimosa opkomen. Linde, Mario en Milko kwamen met een gezamenlijk plan, namelijk brandpreventie door begrazing. Gras voor de paarden en minder werk en een veiligere omgeving voor de landeigenaar. Toen dorpsgenoten hier lucht van kregen kwam er aanbod van alle kanten. Klein detail, niemand heeft een omheining, die mag Linde zelf plaatsen. En dat is behalve arbeidsintensief enorm kostbaar. Het was een wandelingetje van twintig minuten met de paarden van Linde aan de hand naar de nieuwe Quinta. Daar aangekomen viel mijn mond open. Grote terrassen, een boomgaard - met dode boompjes - en een riviertje door het midden. Walhalla voor paarden. De beslissing was snel gemaakt. Timo meer vriendjes en ook meer gras. Wij gezelligheid en in plaats van maandelijkse pensionkosten nu een gedeelde, eenmalige investering voor omheiningen. Om de hele vallei af te spannen gaan we een crowdfunding opzetten, waarover de volgende keer meer. Afscheid nemen van Portugal by Horse viel me zwaar, maar gelukkig zijn het mijn buurtjes en hebben we veel contact. Met google maps, locus en een printer lukte het om een route uit te stippelen en ouderwets in te tekenen op papier. De totale afstand was zo’n 15-20 km en ongetraind wilde ik niet verder rijden dan noodzakelijk, zeker gezien het bergachtige terrein. De bekende adrenaline rush kwam opzetten toen ik in de schuur op zoek ging naar mijn kleine zadeltasjes voor de lunch, een A4 kaarthouder, een opvouwbare emmer en een high vis vest. Wat heb ik dat gemist. We vertrokken op een frisse lenteochtend met een flinke windkracht 4-5, gelukkig met een strakblauwe hemel erboven. Super weer voor een lange rit want Timo’s raakt snel oververhit in zijn berenvacht. Hij pikte mijn spanning direct op en ging opgewonden mee op pad. Eerst een stuk door het dorp, langs de bezinepomp, het restaurant, de kapel en de garage.Vervolgens over brede dirtroads naar de volgende vallei. Een vriend fietse een paar uur mee. Hij vond het heerlijk om even van kantoor weg te zijn, ik kon de spanning van me af kletsen en Timo had psychische houvast aan zijn maatje, al was het een stalen ros. Halverwege passeerden we een slaperig dorpje waar we naast de fontein op het pleintje voor het cafe pauzeerden met een espresso en een gekookt ei. En verder ging de tocht, door verlaten valleien en langs steile hellingen. Na bijna drie uur keerde mijn kennis huiswaarts en reden wij het laatste uurtje alleen. De overgang van de beboste hellingen waar boeren bezig waren met het snoeien van olijfbomen en poten van aardappels naar de vallei waar slechts zwartgeblakerde stammetjes in een rotsachtig maanlandschap stonden was schokkend. Al het leven leek plots verdwenen. Geen keutels van dieren, geen bloesem, bijen of vogels. Pas bij de rivier werd de ontluikende lente weer zichtbaar en voelbaar. De natuur is ongelooflijk veerkrachtig. Op vlakke terrassen groeit nu gras. En de paarden mogen daar, gewoon door zichzelf te zijn, een bijdrage leveren aan de brandveiligheid. Dat voelt goed. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in het voorjaar van 2023 ‘Reis niet sneller dan je benen je kunnen dragen, anders kan je ziel je niet bijhouden’, is een uitspraak afkomstig van oude natuurvolken. Het betekent dat wanneer je ergens naartoe gaat, je tijd nodig zult hebben om je aan te passen en je thuis te voelen. Hoe verder weg je gaat, hoe groter de aanpassing zal zijn. Niet alleen voor het lichaam, maar zeker ook voor geest en ziel. Ofwel je moet wennen aan cultuur, taal, omgangsvormen, de flora en fauna, het klimaat en nog oneindig veel meer. Centraal Portugal ligt 2300 kilometer zuidelijker dan Amsterdam. Als ik dit met Timo had gereden, zouden we zo’n zes maanden onderweg zijn geweest (deze staat nog op het lijstje). Aanpassen kost tijd, dat geldt voor alle ingrijpende veranderingen in een mensenleven. Zelfs in de westerse psychologie krijg je soms filosofische antwoorden over dit thema. “Hoe lang duurt het voordat ik aan de nieuwe situatie ben gewend en ik mijn leven weer gewoon kan leiden?”, vroeg ik een psycholoog, toen ik me zes weken na mijn scheiding nog niet helemaal jofel voelde. “Twee keer alle seizoenen”, zei de beste man. Op dat moment dacht ik dat hij een grapje maakte, maar het bleek waar. Ik ben het nooit vergeten. Naast het verlies van een dierbare en een scheiding, staat ook verhuizen in de top drie van stressvolle gebeurtenissen. Ik kan dat beamen want Portugal is niet mijn eerste emigratie. Eerder woonde ik enkele jaren in Duitsland en ook daar nam het wennen aan het nieuwe leven zo’n twee jaar in beslag. Waarna we ontdekten dat dit nieuwe leven niet bij ons paste en we weer naar Nederland terugkeerden. Timo was toen nog aan het opgroeien bij zijn vorige eigenaresse in Groningen.. Afgelopen kerst vierde ik mijn éénjarig jubileum in Portugal. Het voelde al heel erg als thuis, maar de moeite die Timo had om te schakelen van zomer naar herfst, liet me zien dat we deze tijd wel moeten nemen. Vorige winter was een van de warmste en droogste winters aller tijden in Portugal. Nu hebben we zojuist de natste winter in 25 jaar achter de rug. Het blééf maar regenen. Niet prettig, maar niemand klaagt, want water is noodzakelijk om de zomer zonder al te veel bosbranden door te komen. Voor ons Nederlanders hoort regen erbij, op de socials zie ik al mijn paardenvriend(inn)en dik ingepakt door de blubber sjouwen. Wij zijn bikkels, toch? Nu ben ik in de luxe positie dat de mensen van Portugal by horse, waar hij in pension staat, de volledige verzorging op zich nemen. Dus ik ben vrijgesteld van ploeteren in modder dit jaar. Hoewel ik dat niet mis, merk ik dat de afstand tot mijn paard wel groter is. Rijden hebben we de afgelopen maanden niet gedaan. Een buitje is één ding, maar urenlange hoosbuien is wat veel van het goede. Wegen en paden spoelden weg en er ontstonden rivieren op plaatsen waar ze niet hoorden te zijn. Daarnaast werden de dirt roads, de onverharde wegen, spiegelglad, wat buitenrijden gevaarlijk maakte. Ik heb deze tijd gebruikt om het harnachement in te vetten, hoefschoenen schoon te maken en na te kijken en leuke routes uit te werken - daarover volgende keer meer. In december was ik een paar dagen in Nederland. Daar logeerde ik op Camping Boszicht, aan de Veluwezoom, bij recreatieruiters welbekend. Elke dag wandelde ik in het bos, naar de Carolinahoeve en over de Posbank. Het rook er naar natte bosgrond, wilde zwijnen en paddestoelen. Ik miste Timo tot in mijn tenen. Wat hebben we dáár veel kilometers liggen. Het voelde onwerkelijk om er zonder hem zijn. Het was mijn thuis niet meer. Nu wonen we allebei in Zuid-Europa. We zijn gearriveerd en hebben ons aangepast. We hebben in de hete zomer genoten van onze vrijheid, allebei met onze eigen ‘tribe’. Nu is het tijd dat we weer op pad gaan. Dat we hier samen herinneringen gaan maken en van dit land ‘ons’ land en ‘ons’ thuis maken. Dat kan alleen maar door héél veel kilometers te gaan maken. Elke ochtend ga ik naar het bakkertje bij ons in het dorp voor een Galão, de Portugese versie van een Latte, en een paar verse broodjes. De dames die ik daar tegenkom vertelden mij dat ‘als de regen stopt, de kou komt’. En zowaar, de regen stopte en vandaag was daar de eerste frisse lentedag. Koud, maar met een stralende zon aan een strak blauwe hemel. Ik heb Timo opgehaald voor onze eerste rit in lange tijd. Het was spannend, om met een blij en fris paard te manoeuvreren over smalle paadjes met zeer steile afdalingen. Maar ook was het prachtig, tussen de geel bloeiende mimosa en sinaasappelbomen. Wat houd ik ontzettend veel van dit land. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in het voorjaar van 2023 Zei ik vorige maand dat het leven in Portugal fantastisch is? Deze maand is dat een tikje anders. Of eerlijker gezegd, de afgelopen weken waren verschrikkelijk. Ik heb even getwijfeld of ik dit zou delen want ik voel me een slechte paardenmoeder. Daar ben ik niet trots op. Aan de andere kant horen ook de minder fraaie momenten bij het leven. Ik voel me schuldig, omdat ik onvoldoende op mijn paard heb gelet. Hetzelfde schuldgevoel als toen ik tien jaar geleden per ongeluk mijn katten vergiftigde met het beruchte vlooienmiddel dat je zo nu en dan in Duitse supermarkten tegenkomt. Een van mijn katten overleefde het niet, een tweede hield er een hersenbeschadiging aan over. Ik kon er niets aan doen maar het schuldgevoel is altijd gebleven. Nu Timo. Wat is er gebeurd? Hij leeft nog en heeft geen hersenbeschadiging. Deze zomer heb ik nauwelijks gereden en Timo ruim de tijd gegeven om te wennen aan de nieuwe omgeving. Hij had het naar zijn zin met de merries. Het gevolg was dat ik niet dagelijks bij hem kwam. Afgelopen week, tijdens een uitgebreide poetsbeurt bestudeerde ik mijn paard. Hij zag er een beetje shabby uit. De half aangemaakte wintervacht oogde wat mottig, het viel me op dat de bespiering in de bovenlijn toch wel erg was afgenomen. Ik schreef het toe aan de invallende winter. De dagen zijn korter dus maken paarden een wintervacht aan. Vanwege de relatief hoge temperaturen wordt die vacht niet bijster dik. En toen kwam de regen. In Centraal Portugal valt er normaal gesproken meer regen dan in een gemiddelde winter in Nederland. De staleigenaar lacht wanneer er gasten komen voor een buitenrit terwijl er regen voorspeld is. “Wij zijn Nederlanders en wel wat gewend”, zeggen ze dan, “dit is toch Zuid-Europa, niet?” Nou nee, het kan hier dagen achtereen hozen, met 20 tot 45 mm water per 24 uur. Ga je naar buiten dan ben je in no time doorweekt, nat tot op je onderbroek. Zo ook de paarden. Ik was me bewust van de nattigheid, maar had het vanwege de temperaturen van 15-19 graden totaal verkeerd ingeschat. En toen kwam mijn vriendin Mirjam Roenhorst een weekje logeren. Zij is dierentolk en eigenaresse van ‘De Heldere Kijk’. Al 25 jaar delen we lief en leed. Vol trots leidde ik haar rond door Timo’s enorme weide. Ze was onder de indruk van de ruimte. “Vergis je niet” zei ik nog tegen haar, “het is een behoorlijke oppervlakte en in de winter oogt het prachtig groen, maar het is geen gras dat er groeit, het zijn vooral niet-eetbare kruiden.” Toen Timo naar ons toe kwam deinsde ze achteruit. “Zo, die is boos,” zei ze, “hij zegt dat hij heel hard moet werken om nog een spietje ruwvoer binnen te krijgen. Hij heeft echt honger Carolien.” Ze keek me streng aan. Ik voelde aan Timo’s ribben en moest met schaamte toegeven dat hij ietsjes te veel was afgevallen. Dat was snel gegaan in de laatste week. “Het gevoel dat hij me geeft is dat hij zich met moeite staande kan houden hier. Hij heeft het koud en maakt zich zorgen.” Dat was een pittige boodschap en ik sloeg mezelf voor het hoofd dat ik me zo heb laten afleiden door de mooie omgeving en fijne temperatuur. Wat ik hier van leer is dat het niet verstandig is om de verzorging van je paard (deels) aan anderen over te laten. In dit geval bleek om de dag een appel brengen niet voldoende. Niet dat de mensen van de stal niet goed zijn in hun vak, maar er is niemand die Timo zo goed kent als ik. Ik weet dat hij niets geeft om koude, dat hij een hekel heeft aan nattigheid en dat eten het meest belangrijke is in zijn leven. Tweede leerpunt is dat dagelijks scherp observeren van levensbelang is. Ik schreef het ook al eens in een blog. Voor recreatieruiters is dit lastiger dan voor sportruiters. Wanneer je intensief sport met je paard, ben je elke dag gefocust op diens lichaamsconditie. Is hij te dik, te dun, te temperamentvol of te traag. Daarop stuur je bij in je management. Als recreant ben je (lees: ik) minder alert op veranderingen in je paard, waardoor je soms wat laat bent met bijsturen. Ik heb Timo een paar dagen meegenomen naar mijn eigen tuin, waar wel gras staat. Daarnaast krijgt hij nu dagelijks extra ruwvoer en tijdelijk ook krachtvoer. Bietenpulp zou ideaal zijn maar dat is hier niet te vinden. Daarom een sportmix, het enige verkrijgbare krachtvoer, gemengd met luzerne. Toen we de eerste keer met een emmer voer aan kwamen heeft Mirjam nog even voor mij vertaald: “Njomnjom wat is dit lekker,” in de woorden van Timo. En zo kwam het weer in orde, maar het schuldgevoel zal nog wel even blijven. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in de winter van 2022 “Hebben jij of Timo wel eens heimwee?” vroeg laatst iemand.Ik zocht het even op: Heimwee: ‘Ziekelijk verlangen naar huis’. Kan een paard een ziekelijk verlangen naar elders hebben? En nu we toch aan het filosoferen zijn; wat is ‘thuis’? Hecht een paard aan een locatie, een routine, aan andere dieren of een mens? Is dat voor alle paarden gelijk? Wat betreft Timo kan ik stellig zijn. Mijn grote vriend heeft geen heimwee. Na die eerste zware week werd al gauw duidelijk dat deze pony van de koude grond goed gedijt in het warme en ruige Portugal. Timo heeft een zelfstandig karakter, hij plakt niet aan andere paarden en lijkt geen diepe vriendschappen te sluiten. Hij vindt het prima als zijn soortgenoten aan de andere kant van het draadje blijven en vooral niet in de buurt van zijn hooi komen. Maar het is en blijft een kuddedier. Toen er twee merries op de Quinta kwamen wonen was dat een prachtkans om een kleine kudde te vormen. Na een gewenningsperiode naast elkaar kwam de dag dat ze eindelijk bij elkaar mochten. De hele goegemeente stond met foto- en filmapparatuur in de aanslag. Het draadje ging open, wij namen positie in op veilige afstand. De merries draafden Timo’s weide in en toen… niets. Hé-le-maal niets. Ze gingen op gepaste afstand van elkaar grazen en dat was dat. Paardengedrag is ongelooflijk subtiel en fascinerend om te observeren. Op het eerste gezicht gebeurt er niets, maar schijn bedriegt. In de loop van enkele weken groeiden deze drie paarden naar elkaar toe. Hun weide is acht hectare groot en waar Timo is, zijn de merries. Siësta houden ze kop aan kont, om met de staart de vliegen van elkaars hoofd te zwiepen. Nee, Timo heeft geen heimwee. Sterker nog, hij heeft zelfs mij niet nodig. Hoe anders was dat toen hij op zij postzegeltje op de Veluwe van mij afhankelijk was voor voedsel en vertier. Gelukkig vinden de dames het geen probleem om hun man zo nu en dan een paar uurtjes met mij te delen. Dan geniet mijn vriend van de exclusieve aandacht en knuffels. Als ik hem uit de wei haal wordt er niet gehinnikt. Bij thuiskomt begroeten ze elkaar en het leven gaat door. In mijn ogen zijn dit paarden in balans. En hoe zit het met mijn ‘ziekelijk verlangen naar huis’? Home is where the heart is. Op iedere plek waarmee je je hebt verbonden laat je een stukje van je hart achter. Een behoorlijk deel van mijn hart ligt op de Veluwe. In Centraal Portugal is natuur, rust en ruimte, een zalige temperatuur en weinig regels wat betreft rijden. Maar er zijn geen herfstige loofbossen die zo mooi kleuren bij een vos, geen geur van vers gemaaid gras of vers bemest weiland. Wij rijden door altijd groen blijvende eucalyptus productiebossen. Geplant om toiletpapier van te maken. En mimosa, dat prachtig geel bloeit in het voorjaar, maar een gevaar is in de zomer, want het brand zo goed. Net als Eucalyptus trouwens met de oliehoudende bladeren. De komende twee weken is er regen voorspeld, 10-20mm per dag. Normaliter valt hier meer regen dan in de Nederlandse wintermaanden. Voor velen is de herfst het favoriete seizoen. Eerst dacht ik, hoezó, we gaan de donkere tijd in, het is koud, nat en grijs. Maar hier is dat anders, de temperatuur zakt na de hete zomermaanden naar een niveau waarop het fijn is om weer om lekker in de actie te gaan. In de regen komt alles weer tot leven. Nu we het toch over anders hebben. Er zijn hier ook andere…. beestjes! Wie veel in het bos rijdt weet wat dazen zijn, die krengen waarvan de vrouwtjes bijten en waarvan je van die grote schijfvormige plekken krijgt. Nou, die zijn bijna niet, tenminste, niet tussen mei en oktober. Het is eenvoudigweg te droog. Wel zijn er horzels. De benen, oksels en flanken van de paarden zitten vol eitjes. Tot zover niets geks. Afgelopen week na een ritje kriebelde er iets op mijn hoofd. Gedachteloos krabde ik in mijn haar. Ik kreeg het niet te pakken, het was weg. Totdat ‘de kriebel’ enkele minuten later terugkwam. Vastbesloten de boosdoener te ontdekken peuterde ik een bolletje uit mijn haar. Een halve centimeter grote monsterteek met tijgerstippen probeerde zich los te wurmen. Getverdemme. Bij paarden zoekt deze veelvoorkomende gevlekte teek een plekje in de manenkam. Bij grondige inspectie bleek Timo tientallen teken in zijn manen te hebben, die allemaal open wondjes veroorzaken waar wondvocht uitkomt. Tijd voor groot onderhoud. Neemolie met een paar druppels teatreeis biedt verlichting. We zullen zien met welke beestjes we in de winter gaan kennismaken. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in de winter van 2022 Het is herfst in Portugal. Mijn eerste najaar in dit land en ik weet niet precies wat ik kan verwachten. Voor veel mensen die hier wonen is dit hun favoriete seizoen. De temperatuur daalt naar zo’n 22 tot 28 graden overdag. Dat is heel wat anders dan de 35+ graden in juli en augustus. Iedereen kan weer ademhalen, vooral de planten en dieren, die geen siësta kunnen houden in een koel huis. In september was ik een week in Nederland. Bij terugkomst viel mijn mond open. Het had drie dagen onafgebroken geregend en binnen een week was er een explosie van leven. Waar in Nederland het gras in het voorjaar de grond uit buldert, zoals ze in Twente zeggen, gebeurt dat hier in de herfst, wanneer de nachttemperatuur nog aangenaam is, met voldoende zonlicht overdag en vooral een beetje water. En dat brengt me op het thema voermanagement. Een goed rantsoen samenstellen is een uitdaging op zich. Paarden hebben een gevoelig spijsverteringsstelsel. Ooit verhuisde een kennis van mij met haar arabieren, die op hoog niveau presteerden in de endurancesport, van de Veluwe naar de UK. Het kostte haar twee jaar voordat ze het voermanagement perfect op orde had. De paarden moesten wennen aan het lokale ruwvoer, met name door de andere samenstelling van de bodem met andere mineralen. Wij zijn in Nederland gewend aan gras. Iedere eigenaar van een koudbloed paard houdt nauwlettend de fructaan-index in de gaten. Hoefbevangenheid is een veel voorkomend probleem en iedereen stelt zijn voermanagement erop in om dat te voorkomen. Hoe anders is dat hier. Toen Timo in het voorjaar in Portugal arriveerde had hij een zware reis achter de rug. De eerste weken viel hij behoorlijk af en flink bijvoeren was nodig. Na korte tijd mocht hij grazen in een enorme weide van wel vier hectare. In mijn ogen groeide daar geen sprietje gras. Wat er groeide was dor en bruin, met niet-eetbare struiken en hier en daar een hooispriet op een steeltje. Maar schijn bedriegt. Dit is precies wat een robuust ras nodig heeft, en binnen drie weken was mijn Welsh Cob in topconditie. Vanuit mijn huis, naast de weide, kan ik de paarden overdag observeren. Ze scharrelen echt hapje stapje hun kostje bij elkaar. Overdag, wanneer het warm is en er tientallen vliegen rond zijn hoofd zoemen, draaft Timo iedere 1.5 uur naar een grote den om in diens schaduw een dutje te doen. Na zo’n twintig minuten start een nieuw graassessie. Alle paarden weten feilloos giftige planten van eetbare exemplaren te onderscheiden. Op zo’n oppervlakte is het niet doenlijk om deze allemaal te verwijderen. Er is ruim voldoende lekkers te vinden en de paarden laten ongewenste planten gewoon staan. Heel voorzichtig trekken ze met hun lippen een voor een de blaadjes van de bramenstruiken af. Ook de druivenranken, die langs de randen van terrassen groeien worden gegeten. Niet allemaal in een keer, maar elke keer dat ze erlangs komen nemen ze een paar happen. Sinds Timo met twee merries een kudde vormt, hebben ze maar liefst acht hectare heuvelachtig terrein tot hun beschikking. Ik heb gemerkt dat ze dagelijks een vaste ronde door de weide maken. In de vroege ochtend staan ze bovenop de heuvel naast mijn slaapkamerraam te grazen. Wanneer het geluid van etende en proestende paarden mijn oren bereikt, schiet ik overeind, ren naar buiten en geef ze allemaal een appel. Een betere wekker is er niet. In september viel Timo terug in conditie. Er was niet veel meer te eten in de weide en de regen was nog niet gearriveerd. In overleg met de staleigenaar hebben we de hoeveelheid hooi opgevoerd. In Portugal krijgen de paarden in de zomer extra ruwvoer. In de winter is dat niet nodig. Ook Timo’s voeten zijn niet meer hetzelfde. Hij heeft altijd al sterke en gezonde hoeven, die ik strak bijhield door ze wekelijks te veilen en iedere zes weken door de bekapper te laten behandelen. Nu is dat anders. De bekapper komt minder vaak, het is ook niet nodig. De hoeven zijn wat minder netjes maar kei- en keihard, met een dikke, ietwat holle zool en een mooie dikke wand. De ‘bijna-hoefbevangen-groeiringen’ van afgelopen winter zijn er bijna uitgegroeid. Wat ik zie is een ultragezond paard, dat volledig in zijn element is, in een hechte kudde van drie paarden. Hij heeft mij niet echt nodig voor vertier en afleiding. Het geeft een heerlijk gevoel om je paard zo te zien. Alleen doet het wel iets met mijn motivatie om actief aan de slag te gaan. En soms, heel soms, kan ik wel verlangen naar de schitterende ritjes over goed onderhouden paden op de de Veluwe, samen met een vriendin. Zou Timo ook wel eens heimwee hebben? Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in het najaar 2022 Als foto’s uit een brochure, zo ziet het eruit op de sociale media. Maar vergis je niet, er gaat een hele wereld schuil achter de prachtige plaatjes die de fantasie prikkelen. Stralende zon, blije oortjes, bergtoppen en rivieren. Allemaal waar. Maar laat me je een ding zeggen; nergens ter wereld zijn de ruiterpaden zo netjes geprepareerd en bewegwijzerd als in Nederland, wees er zuinig op. Hier in Portugal zijn geen regels voor paarden, met andere woorden, je mag overal rijden. Daar hoort bij dat je zo nu en dan voor behoorlijke uitdagingen komt te staan. De infrastructuur is een tikje anders. Rijden doe je vooral over de zogenaamde ‘dirt-tracks’. Ongeasfalteerde wegen die worden gebruikt door bergbewoners en bombeiros (brandweer). Enige tijd geleden maakte ik een ritje met een vriendin, op haar paarden. Ze kende alle weggetjes en paadjes en wist precies over wiens erf je veilig kon rijden zonder door een loslopende berghond te worden opgegeten. Nu ben ik op mezelf aangewezen. Toen Timo na een weekje zijn draai had gevonden gingen we samen op pad. De eerste dag kwamen we niet verder dan een ritje van een half uur rond om Quinta da Alegria van Portugal by horse. Maar zelfs die 30 minuutjes waren al voldoende om ons beiden flink in het zweet te werken. Aan de voet van het gebergte Serra de Estrela is het behoorlijk heuvelachtig. Omlaag loop ik altijd naast Timo om zijn schoft en schouders te ontlasten. Ik ben nu eenmaal geen lichtgewicht. Goed voor ons beider conditie. De tweede keer zag ik halverwege een klim een smal paadje de bush in verdwijnen. Dat leek me echt iets voor ons, ik houd van single tracks dus gingen we omhoog, de berg op. Langzaamaan werd het paardje smaller en smaller. En de berg steiler en steiler. Aan weerszijden groeiden lage doornstruiken waar je niet even doorheen wandelt. Bovenop stapte ik af en leidde Timo aan de hand weer omlaag. Toen het paadje in het midden deels weggespoeld was en er diepe geulen van precies een hoef breed tevoorschijn kwamen liepen we vast. “Dit gaat niet meer Timo, we moeten terug,” zei ik hardop. Nu is ‘terug’ niet echt een woord dat in het vocabulaire van een Welsh Cob voorkomt. Doorgaan is het motto, maar met enig duw en trekwerk begreep hij de boodschap. Op een dubbeltje draaide hij om en terug gingen we. Opstappen op een steile berghelling is geen goed idee dus het werd een behoorlijk klim voor mij. Gelukkig zag ik even later een bordje ‘wandelroute naar Vales da Gaios’. O gelukkig die plaats ken ik en de wandelroutes zijn goed onderhouden, dacht ik nog. Fris geel/rood geverfde bordjes wezen ons de weg. Toen we over het erf van een huis werden gevoerd en daarna een steil stenen trapje af begon ik nattigheid te voelen. Je zou hier toch wel met een paard over een wandelroute kunnen? Toch? Stug doorgaan, je komt nooit ergens als je je laat leiden door angst. Dus daalden we verder af. Het fijne aan een ervaren paard is dat hij weet wanneer hij de leiding uit handen moet geven. Toen we onderaan in de vallei uit kwamen werd het makkelijker. Allebei zuchtten we diep en togen verder, om na slechts 600 meter opnieuw een obstakel tegen te komen. Een zeer gammel bruggetje over een riviertje. Nu ben ik niet zo bang voor gammele bruggetjes maar deze keer stond er een waarschuwing bij; gevaarlijk voor voetgangers’. Dóór de rivier was geen optie vanwege de steile wand en grote losliggende keien. Prut, terug dan maar weer. Vlak bij huis liep het pad over een oude romeinse brug. Zo’n hele hoge smalle, een metertje of acht boven de river, gemaakt van verschillende stenen bogen, zonder leuningen. We hebben het gedaan. Blik vooruit en niet opzij kijken. Het is maar net waaraan je gewend bent. En ach, in Nederland hebben we spoorwegovergangen en grote rotondes. Zo langzamerhand ontdekken we stukje bij beetje de omgeving. Achter iedere heuvelrug is weer een nieuwe vallei, met andere riviertjes en nieuwe paadjes. Wat ik heb geleerd is om voor vertrek de kaart goed te bestuderen en daarbij vooral de hoogtelijnen goed in de gaten te houden, iets dat we in Nederland niet erg gewend zijn om rekening mee te houden. Net als de hoge temperaturen. in de zomer loopt het kwik gemakkelijk op tot boven de 35 graden. Rijden in de ochtend is veel beter dan in de avond, wanneer het nog lang warm en benauwd blijft. Water is een must om bij je te hebben. In oktober wil ik een rondje van een dag of tien gaan doen, om eens wat verder te kunnen kijken. We keep you posted. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in het najaar 2022 In 2022 ben ik officieel naar Portugal verhuisd. Voor BIT/CAP hield ik een blog bij over de avonturen in het eerste jaar. Al deze artikelen zijn in 2022 en 2023 gepubliceerd in BIT/CAP Met een wee gevoel in mijn buik keek ik de vrachtwagen na. Mijn grote vriend was onderweg. Dit ging wel heel erg snel, té snel. Toen de wagen van het professionele transportbedrijf, arriveerde, haalde ik Timo uit de wei. Vol vertrouwen en enthousiasme liep hij mee. “Wat gaan we vandaag doen?” leek hij te vragen. Zonder aarzelen wandelde hij de klep op. Ik klikte hem vast aan de daarvoor bestemde ketting, verliet de wagen via de zijdeur en weg waren ze. Timo keek verbaasd achterom, hinnikte luid en dat was het. We gingen vertrekken naar midden Portugal, voor onbepaalde tijd. Omdat ik daar zo’n leuke winter had doorgebracht en nogal impulsief besloot dat ik vanuit het zuiden ook wel voor mijn opdrachtgevers zou kunnen werken. Maar niet zonder paard, dus kwam ik in april terug om in vier weken tijd zo goed als alles wat ik bezat te verkopen en transport voor Timo te organiseren. Al mijn leven lang volg ik mijn intuïtie, het blijkt altijd de juiste beslissing te zijn, maar zo’n grote verandering vraagt ook offers. Mijn geliefde yurt werd verkocht, net als de 2-paardstrailer waar ik jaren voor gespaard had. Er was budget om één paard mee te nemen en te onderhouden. Gelukkig had ik voor mijn ander paard een geweldig 5-*****-huis gevonden. Mijn hele hebben en houwen bestond nu uit Timo en een Volkswagen Transporter volgestouwd met voornamelijk paardenspullen. De loze ruimtes werden opgevuld met privé bezit als een koekepan, twee koffiemokken, een dekbed, kleding en wat boeken. Met een zwaar gevoel liep ik naar mijn bus. Nog één bak koffie en hup, in de auto, voor een ritje van 2200 kilometer Toen ik twee dagen later in Portugal arriveerde liet de transporteur weten dat Timo die nacht zou aankomen. Geweldig! We hadden doorgesproken dat arriveren in het donker ongewenst was, aangezien de vrachtwagen één kilometer van de locatie moest lossen. Er is geen stal aanwezig en ik vond het niet veilig om mijn paard in het donker zomaar in een vreemde weide neer te zetten. Maar goed, ze waren onderweg en onrustig probeerde ik een paar uurtjes slaap te pakken. Om 03.00 uur ging de telefoon: “We zijn er over 20 minuten.” Ik maakte de vriend waar ik logeerde wakker, met dikke ogen stonden we even later te wachten op het marktpleintje in het dorp.Na enige tijd draaide een tweepaards vrachtwagen met een trailer erachter het plein op. Een dodelijk vermoeide Timo stapte ongecoördineerd de van de trailer af. Arm paard. De hele reis had hij alleen doorgebracht, waarvan de tweede etappe 18 uur onafgebroken op de wagen. De eerste prioriteit was nu om deze jongen naar zijn nieuwe huis brengen en te verzorgen. Daar gingen we, in het holst van de nacht door het dorp. Zelfs zonder ijzers galmde het geluid van de hoeven luid tussen de huizen door. Ik vroeg me af wat de mensen in hun bed zouden denken, paarden zijn niet erg gewoon in deze regio. We sloegen linksaf richting Quinta da Allegria en plots stonden we bovenaan een zeer smal en steil klinker trappetje met aan het einde slechts duisternis. “Dit kan niet hoor”, zei mijn vriend. “Het moet, kom op Timo”, was mijn korte antwoord. Dit zijn de momenten dat je hart zwelt van trots en je oneindig veel van je paard houdt, wanneer een dier van 500 kg, die duidelijk niet op zijn gemak is, besluit dat jij zijn veilige haven bent. Voorzichtig daalden we stapje voor stapje af totdat we opgingen in de gitzwarte duisternis, slechts begeleid door het zaklampje van mijn vriend. Nog een paar honderd meter, dacht ik, we zijn er bijna. Het volgende moment klonk er gesnuif en dreunde de grond van tientallen kletterende hoeven. Timo, half in slaap, sprong drie meter de lucht in en maakte rechtsomkeert. Ik viel, landde op mijn rug en probeerde uit alle macht het touw vast te houden. Na enkele meters stopte Timo. Ik krabbelde overeind en vroeg me af wat er daarnet gebeurde. Mijn vriend stond te trillen op zijn benen; “Ik dacht dat je dood ging, dat was zo griezelig om te zien. Gaat het?” Vol adrenaline liepen we verder, Timo zeer alert nu. Het bleek de kudde van Portugal by Horse te zijn, die het nieuwe paard graag van dichtbij wilde bekijken. In de ochtendschemering liet ik Timo de waterbak zien en samen volgden we de hele afrastering, best een klusje op een vier hectare groot veld. De laatste uitdaging was het dichtmaken van de weide. Ooit geprobeerd om twee lintjes aan elkaar te knopen terwijl er stroom op staat? Het lukte, maar voor herhaling vatbaar is het niet. Tegen 05.00 uur lieten we Timo alleen met een grote berg hooi. Het avontuur was begonnen…. Timo woont nu op de fantastische Quinta da alegria, van Portugal by Horse. Als je ooit overweegt om een vakantie met of zonder paarden te boeken in Portugal, dan is dit 'the place to be'. Zie ook het artikel in de Hoefslag op deze website. Dit artikel is gepubliceerd in BIT/CAP in de zomer van 2022 Hoe lang moet je doorgaan voordat je erkent dat het niet gaat werken met je droompaard? Deze vraag heb ik met veel mensen besproken de laatste tijd. Een jaar geleden kwam de mooie Valentina bij ons wonen. Opgegroeid in de heuvels van Wales (UK) en op 7-jarige leeftijd, als moeder van twee veulens, naar Nederland gehaald. Het doel was om haar samen met Timo mee op trektocht te nemen. Het duurde lang voordat ze haar draai vond. De gezellige paardencamping, waar onze tent staat, was te onrustig. Ze begreep de kleine paddocks niet. Hoezo lint? Een vriendin bood uitkomst, Valentina en Timo mochten samen in de enorme bosweide, samen met twee andere Welsh Cob merries. Daar was ze happy. Tenminste, zolang ze in de kudde bleef. Eruit halen was geen optie. Na een half jaartje kon ik nog nauwelijks met haar werken. Om een lang verhaal kort te maken, Valentina is in haar hele wezen een sensibel paard. In onbekende situaties verliest ze zichzelf in haar extreme flight response. Dit is een type paard waar ik niet zo goed mee overweg kan. Ik kan niet de juiste balans vinden tussen zonder dwang werken en overtuigend en doortastend zijn op het goede moment. Daarom besloot ik in mei om een ander huis voor haar te zoeken. Bij iemand die juist wel kan genieten van een sensibel paard met het heerlijke karakter van een Welsh Cob. Deze beslissing werd niet van de ene op de andere dag genomen. Vele slapeloze nachten gingen eraan vooraf. Toen het gevoel van falen eenmaal was afgeschud ging het snel. Wat ben ik blij dat ik vanuit mijn hart heb gehandeld, in het belang van dit paard. Op de omschrijving 'hartepaard’, kwam een 'hartemens' af. Een die zeer kundig is en ook nog behoorlijk kan sturen. Vanaf het moment dat Valentina op haar nieuwe stek aankwam, zag je dat het de ideale match was. Nu geniet ik enkele keren per week van video’s van een paard dat progressie maakt, vrolijk is en er goed uitziet. [edit maart 2023] We zijn inmiddels drie jaar verder. Valentina woont in België en is op zoek naar een nieuw huis. Ze heeft de hele verhuizing goed verwerkt en haar draai gevonden. Ze heeft veel geleerd en is een heerlijk buitenrijpaard geworden. Ik heb haar opgezocht en was onder de indruk. Ze heeft niet meer de vluchtreactie die ze bij mij had. Ze is braaf, ook als ze alleen uit de groep wordt gehaald, en nog steeds even mooi. Maar dit paard gedijt niet bij vele verschillende ruiters op haar rug, ze gaat graag een verbinding aan en zou het beste af zijn bij iemand die er echt voor háár is, zodat ze tot volle bloei kan komen. Ik heb gemerkt dat potentiële kopers zich laten afschrikken door bovenstaand verhaal, en dat is zonde. Bedenk even dat dit paard toen ze als zevenjarige naar Nederland kwam nauwelijks in handen was geweest. Ze werd in een vrachtauto geduwd en na twee dagen uitgeladen op een terrein met postzegel weitjes. Ieder paard moet daaraan wennen. Sommigen doen dat door learned helplessness gedrag te vertonen, door onwetende mensen vaak verward met 'braaf' gedrag. Deze merrie is open, gevoelig en bereid om samen te werken. Omdat ze nu, na drie jaar training, mensen volkomen vertrouwt, is haar vluchtresponse weg. Dat is niet meer nodig. Ik gun haar de wereld, en als ik niet in Portugal zou wonen, had ik haar weer terug gekocht. Omdat het nu het paard is geworden, dat ik zocht in 2020. [einde edit] Zoals het werkt in het universum wanneer je een goede beslissing neemt, viel ineens alles op de juiste plek. Enkele dagen later liep ik zomaar, zonder enige voorbereiding, tegen Brim aan. Een grote Noordzweedse koudbloed (Nordsvensk Brukshäst). Al sinds we in Zweden zijn geweest in 2017, was ik op zoek naar zo’n paard. Maar de Zweden verkopen niet graag aan buitenlanders, en in Nederland zijn er maar weinig. Dit paard is een heel ander type. Massief, kalm en intelligent, met een groot hart. Maar ook een paard met een eigen geschiedenis en een karakter waar veel vechtlust in zit. Het type paard waar ik wel mee overweg kan, dat ik begrijp. En Timo is het met me eens. Die ziet in Brim zijn allergrootste vriend. In de komende maanden zijn de ontwikkelingen met Brim hier te volgen. Volgende week is een kleine try-out van drie dagen over de Veluwe en in juli komt de echte vuurdoop; twee weken op trektocht in de Eifel. |
AuteurNa haar marketing carrière bij Pavo Paardenvoer, en een aantal jaar in een yurt, besloot Carolien om in 2022 definitief met haar paard Timo naar Centraal Portugal te verhuizen. Archives
April 2024
Categorieën |