Dromen, denken, durven, doen; het is mijn eigen motto. Volg je hart, zeg ik tegen iedereen. En omdat ik nog altijd droom van een lange trektocht heb ik maar weer eens een projectplan gemaakt. Zo’n tocht is niet van vandaag op morgen te realiseren, de voorbereiding duurt jaren. Ik breek het hele project op in heel veel kleine stukjes. Eén daarvan is dat ik op een lange trektocht een pakpaard nodig heb. Zoals bekend heb ik Shetlander Lexie gevraagd of hij mee wilde. Het antwoord was luid en duidelijk ‘nee, ik wil geen pakpaard zijn’. Dus ging ik voorzichtig op zoek. Vooralsnog bleef het bij dromen. Ik had een gezellige paardenfamilie, Lexie en Timo zijn onderdeel van ons gezin, je doet er niet zomaar een weg. En omdat ik niet bepaald een goed gevulde bankrekening heb is het niet mogelijk om voor drie paarden pensiongeld te betalen. Timo is niet de gemakkelijkste als het gaat om paardenvriendjes - en dit is het understatement van het jaar - je gooit er niet zomaar een bij. Een ideaal pakpaard is even groot als het rijpaard, heeft hetzelfde tempo en dezelfde behoeften wat betreft voeding en rust. Iemand zei eens tegen mij: ‘Als je het universum een vraag stelt, moet je wel met je armen wijd open de kansen opvangen die op je afkomen.’ Reken maar dat ik klaar stond... Op een dag belde mijn vriendin en eigenlijk nog eigenaar van Lexie: ‘Zeg’, begon ze, ‘ben jij echt aan het kijken naar een ander paard?’ ‘Eh, ja, maar ik wil Lexie niet wegdoen.’ ‘Nou, misschien heb ik een oplossing voor je,’ zei ze. ‘Een kennis van mij heeft een Fries die plotseling alleen is. Ze zijn dringend op zoek naar een lieve gezelschapspony.’ Vanaf dat moment kwamen de ontwikkelingen in een stroomversnelling. Ik belde met de mensen en ze waren dolgelukkig met het aanbod om Lexie een goed huis te geven. Met de afspraak dat als ze hem in de toekomst om wat voor reden dan ook niet kunnen houden, hij terug mag. Hetzij naar mij, of naar mijn vriendin. Ik hing de telefoon op met de afspraak dat Lexie vier dagen later opgehaald zou worden. Zmm, zmmm, deed mijn telefoon een paar seconden daarna. Een messenger bericht. ‘Are you still interested in our Welsh Cob mare?’ Het bericht kwam uit de UK, waar ik een paar maanden eerder in een opwelling een bod had gedaan op een merrie. We kwamen er niet uit en de koop ging niet door. Gelukkig maar want ik had toen geen ruimte in mijn budget. ‘We are willing to accept your original offer.’ Mijn hart sloeg over. Een fantastische Welsh Cob merrie, de meisjes-uitvoering van Timo. ‘Okay,’ berichtte ik terug, ‘we have a deal’. Er gingen een aantal weken overheen voordat Valentina naar Nederland kon komen. Ze zou met een verzameltransport vervoerd worden. Dat betekent wachten totdat er voldoende paarden zijn voor een ritje naar het vasteland van Europa. Tussendoor was het spannend. Het was weer een echte ‘Carolien-actie’. Een paard kopen dat je nog nooit hebt gezien. Via sociale media, van mensen die je niet kent. Een paar keer vroeg ik me af of het paard wel echt bestond. Ik maakte het volledige aankoopbedrag over voordat het transport zou plaatsvinden. Ze werd opgehaald bij de fokker door een transporteur die ik niet persoonlijk ken en ze verbleef zeven dagen op zijn bedrijf. Mensen om mij heen waren ervan overtuigd dat ik werd opgelicht. Maar mijn intuïtie wist dat het goed was. Soms moet je vertrouwen geven om vertrouwen te krijgen. Gisteren was het zover. De hele dag liep ik nerveus op en neer van het huis naar de weg. Eindelijk kwam daar de vrachtwagen aan, met vier uur vertraging. Toen de klep open ging wist ik het. ‘Wat een paard, wat een goede beslissing, deze dame hoort bij ons.’ Over het schot heen keek een edel hoofd, met ogen op steeltjes, naar ons. Owen hielp haar de klep af en overhandigde het touw aan mij. Ik voelde haar hart bonken maar ze bleef doodstil wachten zolang we met de chauffeur praatten. Ze had 24 uur op de wagen gestaan. Eenmaal in de wei dronk ze eerst een halve speciekuip leeg waarna ze vier keer achter elkaar ging rollen. Timo was geïnteresseerd. Na een paar uur heb ik de weide opengezet. Deze paarden horen bij elkaar. Ze verstaan elkaar. Er was geen drama, geen uitgebreide kennismaking, gewoon rustige acceptatie. Welkom Birchmores Valentina. PS: Er werd gevraagd naar quarantaine. Voor import uit de UK is dat niet nodig. Het gaat hier om gezonde (sport)paarden die allemaal een gezondheidscertificaat hebben gekregen. Wel is het belangrijk je paard goed in de gaten te houden. Zo'n lange reis heeft veel impact en het is logisch dat de weerstand wat lager is de eerste tijd.
4 Comments
Timo is momenteel een beetje ziekjes. Hij hoest. Jammer want hij is topfit en wil fanatiek aan de slag, rustig stappen is er niet bij. Als de diesel eenmaal warm gedraaid is moet de turbo aan maar wanneer we gaan draven moet hij hoesten. Dat verstoort zijn tact en dat irriteert hem mateloos. Hij krijgt te weinig lucht en wordt boos. Gefrustreerd stopt hij met lopen en stampt met zijn voorbenen. Zo goed en zo kwaad als het gaat stappen we naar huis. Mark lacht. Goh, klinkt bekend zeg, dat doe jij ook. Heb jij al geleerd dat je naar lichaam moet luisteren en niet doorgaan tot je bijna letterlijk omvalt? Gisteren wilde Timo voor het eerst in vijf jaar niet naar me toe komen in de wei. Het is nog nooit voorgekomen dat hij niet komt als ik hem roep. Ik heb het geïnterpreteerd als ‘Hij voelt zich niet fit en heeft geen trek in een ritje’. Mark lacht. Goh, heeft hij ook alleen een 'aan' en een 'uit' knop? 100% of helemaal niet? Heb jij nooit last van hè. Dit weekend zijn er kennissen van ons op de camping. Ga je mee rijden, vroegen ze. Maar dat is met Timo niet zo heel eenvoudig. Van nature is het een rustig en gemakkelijk paard. Hij is wakker en alert, maar zijn basistempo is laag. Als we met andere paarden het bos in gaan wil hij voorop lopen en alles bepalen. Echter wel in zijn tempo, en wee degene die te dichtbij komt. Die wordt bruut naar zijn plek verwezen. Loopt hij op zijn eigen tempo en dus achteraan, dan raakt hij ontzettend gefrustreerd. Ze mogen niet harder! En Timo’s reactie is om met veel bombarie, knieactie en hele hoge bokkesprongen inclusief capriole te kennen geven dat hij het er niet mee eens is (waardoor alle energie omhoog gaat in plaats van vooruit). Hmm, komt me best bekend voor. In een groep ben ik de rust zelve…. Zolang iedereen maar mijn tempo volgt. En ‘doe niet zo dramatisch’, zei mijn ex-man vroeger altijd tegen mij, als we een meningsverschil hadden. Maar vandaag moet ik helemaal lachen om mezelf. De afgelopen maanden woonden we hier op de camping met ongeveer negen mensen. Eén daarvan heeft ook paarden en samen hebben we een fijne stalroutine ontwikkeld. We houden er dezelfde ideeën over paarden op na en helpen elkaar waar nodig. Nu is het lente en dit weekend is het ‘seizoen’ begonnen. Er zijn ‘vreemden’ op stal, de kruiwagen staat plotseling vol poep. Het klaar gelegde hooi voor de avond is verdwenen. Paarden komen en gaan. En iedere keer als ik iets hoor ren ik naar buiten om te kijken. Wat gebeurt er? Wie is dat? Gaat het goed met de paarden? Al vier keer ben ik quasi druk naar voren gewandeld; met vuilnis, om te kijken of er een pakketje is gearriveerd, om de was weg te brengen en weer op te halen. Doodmoe word ik van mezelf. Hier zal ik iets aan moeten doen want het gaat me niets aan, ik hoef helemaal niets te controleren en daarnaast ben ik na twee dagen kapot. Terwijl ik dat tegen mezelf zeg moet ik plots hardop lachen. Wederom ben ik net Timo, de controlfreak die in de wei ook alles wil regisseren. Hoe zou ik hem ‘managen’, denk ik bij mezelf? Mark kijkt naar Timo en lacht….. Heb jij dat ook? Van die momenten waarop je vreemde, grappige of lastige trekjes van jezelf terugziet in je paard? Of is jouw paard juist je tegenpool, die je in evenwicht houdt? Ik ben heel benieuwd. Op het moment dat ik me omdraai realiseer ik me dat ik wakker ben. Mijn neus is koud. Ik doe één oog open en zie dat er nog geen streepje daglicht door de gordijnen valt. Mijn hand reikt heel voorzichtig van onder het warme dekbed naar mijn telefoon en ik zie dat het 05.00 uur is. Man het is KOUD! Het is november en de eerste nachtvorst is een feit. In de ochtend is het even pittig. Langzaam opstaan is er niet bij. Ik spring uit mijn bed, druk het knopje van het koffiezetapparaat in dat we gisteren hebben klaargezet, trek een shirt aan, daar overheen een thermoshirt met lange mouwen, een vest en een dikke wollen Barbour trui, een erfstuk van Marks vader. Zo snel als mogelijk strompel ik op klompen naar het toiletgebouw. 40+-er hè, die moet even opwarmen in de ochtend. Plassen is afzien, de toiletbril is écht fris aan de bibs en als je te lang blijft zitten worden je heupen koud. Wat dat betreft kun je beter niet op een toilet gaan zitten, maar ja, op een camping is in de bosjes hurken not done. Beetje doorplassen dus en vlug weer naar binnen. Halve liter koffie achterover slaan, muts op, camojas en bergschoenen aan en hup met de honden op pad voor een stevige wandeling. Het is 07.00 uur. In het bos is het meer dan prachtig. Na een half uurtje wandelen laat de zon vandaag massieve stralen door de bomen schijnen. Alsof iemand van bovenaf een lasershow geeft. Sommige stralen raken de bosgrond. De afgevallen eikenbladeren lichten vuurrood op onder deze aanraking. Andere stralen worden gevangen door blaadjes die nog wel aan hun takken vastzitten. Het is een spectaculair gezicht. Op dit tijdstip zijn er geen mensen in het bos. De toeristen hebben het zomerverblijf afgesloten en zijn vertrokken naar hun warme huizen in de stad. De lokale bewoners maken zich klaar voor een nieuwe werkdag. Wat een voorrecht om hier te mogen lopen. In de blokhut is het minder halleluja. Ik wil graag even werken op de laptop maar na 30 minuten zijzn mijn vingers zo kkkkoud dat ik nietmeervloeiend het toetstensbord kannb bedienen. Stallen uitmesten dan maar. Muts op want zolang je hoofd warm is, is je lichaam dat ook. In beweging blijven is de enige manier om warm te blijven. Douchen, niets iets om naar uit te zien vandaag, maar mijn kapsel vraagt er om. De waterstraal is heerlijk warm, mijn strak aangedraaide schouderbladen ontspannen. Ken je dat? Spierpijn laag tussen je schouderbladen door in elkaar gedoken lopen en oppervlakkig ademhalen? Het enige dat werkelijk helpt is om je houding open te gooien diep adem te halen. De spanning vloeit af. Ik stel het moment van afdrogen uit. Nog één minuutje, nog één, de allerlaatste en de állerállerlaatste. Vlug aankleden en met natte haren naar de hut. Buurvrouw heeft een Zibro petroleum kachel gebracht. “Dan houd je het nog een beetje warm daarbinnen”, weet ze als ervaringsdeskundige te vertellen. En inderdaad, het is lekker warm al stinkt alles naar petroleum. Maar we zeuren niet, want we hebben de tijd aan onszelf en hoeven niet naar kantoor. We moeten gewoon nog een beetje afharden. Het vriest nog niet eens. En eerlijk is eerlijk. Het heeft ook wel iets, zo’n koude neus. Als ik met mensen over onze expeditie spreek komt zonder uitzondering de vraag voorbij "En? Ga je nog geld ophalen voor een goed doel?" Alsof een expeditie an sich niet voldoende is. Je afwezigheid uit de maatschappij moet toch minstens gerechtvaardigd worden door een goed doel. Wat is dat toch? Eerlijk gezegd denk ik dat bijna niemand op een avond op de bank bedenkt ‘ik wil een bijdrage aan de wereld leveren, weet je wat? Ik ga op expeditie om aandacht te vragen voor stichting zus en zo.' Nee, mensen die werkelijk vanuit intrinsieke drijfveren een bijdrage aan de wereld willen leveren gaan vrijwilligerswerk doen, springen op de barricades of richten zelf een stichting op.
Een lange reis begint bijna altijd met een droom. “Ik zou zo graag….” En als we dan tóch gaan en men volgt ons via internet dan kunnen we net zo goed meteen geld ophalen, want het is toch raar als je zoiets alleen maar voor jezelf doet, niet dan? Dus kopen we ons schuldgevoel af met de slogan ‘We fietsen/rijden/wandelen voor het goede doel’. Maanden lang heb ik me het hoofd gebroken, welk goed doel kan ik koppelen aan mijn reis? Het begon met grootste plannen voor een stichting ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek in de paardenbranche. Klein probleem is dat deze stichting niet bestaat en ik deze zelf zou moeten oprichten. Dat kon er even niet bij dus ligt dit plan geduldig op de plank te wachten op zijn beurt. Prince Fluffy Kareem dan. Wie? Prince Fluffy Kareem, de Stichting van twee zeer dappere meiden uit de UK en Noorwegen die in Caïro zieke paarden opvangen. Persoonlijk ben ik groot fan van deze ongekend toegewijde mensen en hun team. En samen met mij nog 150.000 paardenliefhebbers. Van hen heb ik geleerd nooit op te geven. Al lijkt het nog zo erg, geef nooit op, wonderen bestaan. Echt, als je ze niet kent, kijk op hun pagina en doneer wat je kunt missen. Maar hoe verbind je een zielige-paarden-doel in een Arabisch moslim land aan een ‘retraite-trip’ in Scandinavië? Niet! Een project voor het ondersteunen van wildlife in Scandinavië dan? Prachtig project maar voor mij al te ver van mijn bed om er emotioneel bij betrokken te zijn, laat staan voor Nederlandse volgers. Afgekeurd. En toen zag ik een videootje op facebook voorbij komen, van mevrouw Nelly Jacobs die 87 jaar is en nog één keer wilde paardrijden. Tientallen keren heb ik het filmpje bekeken, iedereen in mijn omgeving moest het aanschouwen. Iedere keer dat ik over iemands schouder meekeek stroomden de tranen over mijn wangen. Die lach op haar gezicht, wat prachtig. Maar wat intens verdrietig, dat je als paardenmens op deze respectabele leeftijd nog één keer mag paardrijden. Hoezo één keer? Waarom niet wekelijks? Paardenmensen onder ons, die iedere dag opstaan en naar bed gaan met hun paarden, stel je eens voor dat er een dag komt dat je paarden vertrekken. Dat je in een ‘huis’ gaat wonen en dat je zelf niet meer kunt beslissen wanneer je naar paard ruikt. Geen hooi meer op de vloerbedekking, geen opmerkingen over je stinkende winterjas of kwijlvlekken in je kraag. Geen vers gemaaid gras meer ruiken, geen vers hooi, geen paardenzweet. Wat een gemis. Daarom bedacht ik om geld in te gaan zamelen zodat oudere (paarden)mensen van het platteland, die nu in een verzorgingshuis wonen, weer regelmatig naar de boerderij toe kunnen. Om ze weer eens paarden of koeien te laten ruiken. Al pratende met anderen kwam ik erachter dat daar wel een behoefte ligt. Maar wederom blijkt dat ik het allemaal zelf moet organiseren. En dat is net zo eenvoudig. Voel je het dilemma? Er is namelijk nog een tweede reden waarom reizigers een goed doel koppelen aan hun trip. Een reis is lang niet altijd rozengeur en maneschijn. Kou en nattigheid, hongerig, vermoeidheid en geldproblemen, het zal allemaal voorbij komen. Doordat je verantwoording moet afleggen aan een grote groep ‘volgers’ is de druk om het doel te behalen groot. Je kunt deze mensen immers niet teleurstellen, ze betalen geld aan jou. Hup, flink zijn en doorgaan. Voor veel mensen zal dit een prachtige stimulans zijn om in mindere tijden de moed erin te houden. Maar voor ons ligt dat anders. De reden dat wij op deze expeditie gaan is omdat ik de behoefte heb om me even helemaal los te maken van de dagelijkse setting. Geen verantwoording af te hoeven leggen. Aan helemaal niemand. Héél even, binnen een afgebakend tijdsframe, mezelf volledig overgeven aan wat ik het aller- allerliefste doe: Te paard onbekende gebieden ontdekken, buiten, in het bos. En dat in de avonden delen met mijn partner, de andere grote liefde in mijn leven. En ervaren hoe dat is. Wie ik ben, waar ik naartoe ga, naar toe wíl gaan. Om weer fris terug te komen met een duidelijke richting in mijn leven. Voor de tweede 45 jaar. En heel eerlijk? Daar kan ik helemaal geen goed doel bij gebruiken. We hoeven niet in het Guinness book of records, er zijn geen deadlines, er hoeft geen prestatie geleverd te worden. Het gaat om Mark, Timo en Carolien, die samen genieten en voor elkaar zorgen. We gaan naar het Noorden, vier maanden lang. Niet meer en niet minder. Dus is de kogel door de kerk, ik ga me NIET inzetten voor een goed doel. Dat stuk pak wel ik op wanneer we weer terug zijn, in september. Voor nu wil ik de vrijheid hebben om, zoals ik ook in de vorige update schreef, om wanneer één van ons 3-en het niet naar de zin heeft het reisschema aan te passen. Wat langer op één plaats te blijven of om naar het westen af te zwaaien. Aan alle volgers vraag ik één keer om als je dat wilt een klein bedragje (één Euro is al welkom) te doneren aan Prince Fluffy Kareem of een doel dat jou persoonlijk aan het hart gaat. Verder is iedereen gewoon uitgenodigd om mee te genieten van onze avonturen. Tot gauw. Prince Fluffy Kareem Facebook of Website Overmaken kan via paypal of geld overmaken o.v.v. hiking with horses Voor mijn werk kom ik regelmatig op topsport evenementen. Als we gezellig aan een statafel hangen en intelligente discussies voeren over of het verantwoord is om een 6-jarige op intermediair niveau te laten lopen is er altijd wel iemand die aan mij vraagt: ‘En, rijd je zelf ook?’ Probeer dan maar eens uit te leggen dat je heel serieus met een 8 jarige Welsh Cob in de rondte rijdt.. Om me heen zie ik dat het steeds moeilijker wordt om verschillende werelden met elkaar te verbinden. Door Google en Facebook algoritmes wordt ons blikveld versmald. Facebook is een echokamer. Het is gemakkelijker om mensen met dezelfde hobby aan de andere kant van de wereld te ontmoeten, dan om contact met je buurman te maken. Echter de variatie wordt snel minder. Zo is het ook binnen de paardenwereld. De KNHS staat voor alle paardenmensen in Nederland, maar het woord recreant mag intern niet uitgesproken worden. Alle leden zijn paardensporters, waarvan sommigen niet in competitieverband. Het Paard&Sport katern recreatie heet dan ook 'Ruiter'. Waarom? Omdat de KNHS is opgericht en wordt geleid door sportmensen, in ieder geval van oorsprong. Niets mis mee hoor, het is enkel een illustratie van hoe lastig het is om verschillende werelden met elkaar te verenigen. Pas als je zelf actief op zoek gaat naar informatie bieden google en facebook je nieuwe dingen, en nog maar voor een deel. Sinds ik met deze expeditie bezig ben word ik helemaal overspoeld met de ‘Leef je droom challenges’, iedere week start er wel één. Een jaar geleden wist ik niet eens dat het bestond. Voetbal? In mijn online wereld bestaat dat niet. Ik heb op fb nog nooit één plaatje of post over voetbal gezien. Of dichter bij huis, weet een subtop dressuur amazone van het bestaan van de NVVR af? Je komt dus niet zomaar in aanraking met het nieuwe, het onbekende. Daar zijn (gelukkig) nog mensen voor nodig. Je moet er moeite voor doen, ga naar workshop, een evenement of doe een opleiding. Doe je dat niet, dan kan je wereld stiekem aan heel erg klein worden en je wereldbeeld heel scheef. In mijn omgeving ben ik een intermediair, er zijn niet zoveel marketingmensen die voornemens zijn om in een Yurt te gaan wonen. Ik zie mijn collega's en zakencontacten af en toe door hun wimpers gluren en zich afvragen hoe dat dan zal gaan met douchen in de winter. En andersom ook. Spreek je mensen uit de paard natuurlijk hoek, dan vinden ze het leuk dat ik leer bekappen, maar belachelijk dat ik in een dikke leaseauto rijd. En juist daar geniet ik van. Het beste van verschillende werelden. Ik kijk, leer en pas de dingen die voor mij n situatie zinvol zijn toe. Probeer het maar eens. Wis twee weken lang iedere dag je browsegeschiedenis en cookies, type zomaar eens wat creatieve zoektermen is (ziektes doen het altijd heel goed) of beter nog, ruil eens van device met iemand op je werk of in je familie. Je zult versteld staan hoe groot de wereld om je heen eigenlijk is. En voor de geïnteresseerden onder ons is het volgende boek een aanrader. Je hebt wel iets te verbergen
“Privacy niet belangrijk vinden omdat je niets te verbergen hebt, is hetzelfde als niet geven om vrijheid van meningsuiting omdat je niets te zeggen hebt.” Edward Snowden Meten is weten, de meest afgezaagde slogan ooit. Maar wederom zo waar gebleken. Op mijn bucketlist van 2016 stond ‘minstens één klasse 2 endurancewedstrijd uitrijden’. Dus werd er in januari een trainingskalender opgesteld en zijn we aan de slag gegaan. In juli waren we klaar voor onze eerste klasse twee in Leersum. Een prachtige tweedaagse wedstrijd waar we in twee dagen 45 km hebben gereden. Een mooi begin van de klasse twee maar het is natuurlijk de bedoeling om dit in één dag te doen. In de trainingsperiode lag de nadruk op een een stabiel draftempo, het opbouwen van uithoudingsvermogen en daarna ook het opvoeren van het tempo. In de praktijk betekent dat steeds meer en steeds langere ritten. Drie uur draven is niet ongebruikelijk. Ergens in de zomer merkte ik dat Timo’s rugspieren veranderden. Hij viel wat terug in bespiering. Nu is het voor Timo moeilijk om los over de rug te lopen. Zeker in draf en helemaal als het tempo opgevoerd wordt. Dressuurmatige training blijkt dan echt nodig en daarnaast heb ik veel meer galoptraining opgenomen in het schema. Toch heb ik voor de zekerheid de zadelmaker gebeld die het zadel goed heeft nagekeken en meteen weer heeft opgevuld. Daarnaast voelde ik me schuldig over mijn gewicht, want de 16 kilo die eraf waren, zitten er inmiddels weer aan. Daar moet ik ook weer iets mee. Als derde maatregel heb ik het rantsoen nagekeken. Timo ziet eruit als Hollands welvaren, mooi vol, goed op kleur en met héél veel appeltjes. En dat zonder krachtvoer! Hij krijgt onbeperkt ruwvoer, hooi in mijn geval. Dat is zo’n 15 kg per dag. Daarnaast 4 kg geweekte bietenpulp, samen met twee grote handen DailyPlus, vitaminen en mineralen (VitalComplete) én elektrolyten. Daar doet hij het hartstikke goed op. Het is waarschijnlijk wel bekend dat ik bij Pavo werk. Sinds september heeft Pavo samen met Eurofins de Ruwvoer Quickscan ontwikkeld. Voor iedereen die wil weten wat er in zijn ruwvoer zit. Voor € 19,95 kun je in enkele dagen je ruwvoer laten analyseren op energie, eiwit- en suikergehalte. Nu koop ik mijn ruwvoer van een boer in het dorp, vorig jaar in kleine baaltjes hooi en sinds dit voorjaar in grote balen hooi. Geen voordroog maar echt hooi in ronde balen van zo’n 350 kg. Bevalt supergoed, ze eten het graag en het is een stuk voordeliger. Op kantoor mochten we bij wijze van test ons eigen ruwvoer laten analyseren middels de Ruwvoer Quickscan. Toen mijn resultaat terugkwam stond ik toch wel even met mijn ogen te knipperen. Een laag tot gemiddeld energie- en suikergehalte, het eiwitgehalte is echter minimaal. Auch… Niet zo vreemd dus dat mijn paard plotseling terugvalt in bespiering. Hij krijgt niet eens zijn dagelijkse behoefte aan essentiële aminozuren binnen waardoor er werkelijk spierafbraak optreedt. Denk nu niet dat dit hooi niet goed is, nee het is uitstekend geschikt voor een sober paard als Timo en onze Shet Lexie. Ze worden er niet bevangen van en kunnen er gerust onbeperkt van eten. Het is echter wel noodzaak om de eiwitten in het rantsoen aan te vullen. En dat doe ik nu door dagelijks ongeveer 400 gram TopSport te geven. TopSport is een muesli met een zeer hoog eiwit (proteïne) en vetgehalte, en relatief weinig zetmeel en suikers. Ideaal voor Timo, 400 gram is voldoende. Voor mij was dit een enorme eye-opener. Niks geen zadelproblemen, gewoon een tekort in de voeding. Gemakkelijk op te lossen maar je moet het wel even weten. Dat is het mooie aan paardensport, de eindeloze puzzel om je eigen dier zo goed mogelijk te verzorgen en trainen. We zijn nooit uitgeleerd. Vroeger sliep ik een gat in de dag. In het weekend was 11.00 uur ontbijten echt lekker op tijd. Mijn paardenvriendin belde eens op rond 09.00 uur of ik zin had in een ritje. Dat was meteen de laatste keer. Op mijn werk was het bekend dat je voor 10.00 uur ‘s morgens beter niet tegen Carolien kon praten. En vooral niets vragen. Tegenwoordig gaat drie keer in de week om 05.00 uur de wekker. In joggingbroek doe ik mijn vliegende ochtendrondje. Hondjes naar buiten; poezen eten geven - één keer per dag vlees want dan zie ik onze erfkat Kees zo af en toe nog eens voorbij komen; water van de honden bijvullen; kippen voeren; paarden voeren. Eerst hooi en dan de ochtendmaaltijd, bestaande uit bietenpulp - die ik de avond tevoren heb klaargemaakt - gemengd met DailyPlus. Dan de ruwvoerbakken in de paddock vullen en Timo zijn vliegendeken op doen. Terug naar binnen, honden voeren en koffie maken. Met koffie in de hand weer naar boven voor de kantoormetamorfose. Gelukkig werk ik bij een paardenvoerbedrijf waar je gerust in spijkerbroek op kantoor kunt aankomen. Blouse erop en hakken eronder...klaar. Om 05.45 nog een bak koffie en een yoghurt ontbijtje met granen en honing. Om 06.00 uur ren ik naar buiten met laptoptas. Nog snel even de paarden naar buiten laten. Altijd weer een uitdaging om de hakken moddervrij te houden en vooral de vriendschappelijke duw van Timo tegen mijn katoorblousje te ontwijken. Tegenwoordig doe ik vaak even mijn badjas over mijn nette kleding aan met als gevolg dat deze nu ook naar paard stinkt en als we de sauna instappen ik eerst de zakken hooivrij moet maken. Geregeld kom ik op kantoor met hooi in mijn haren, maar gelukkig kijkt niemand daarvan op. Onze kantoordagen zijn van 07.30 tot 16.00 uur zodat wij - mijn twee carpool collega’s en ik - voor de files uit kunnen rijden. Want 135 km enkele reis is al lang genoeg zonder vertraging. Als alles meezit rijden we 18.00 uur de carpoolplaats weer op. In de winter vervloek ik het alarm in de ochtend, op de kalender streep ik de dagen af tot aan het laatste weekend in maart. Maar in de zomer is dat ochtend uurtje het mooiste uurtje dat er is. Alles nog stil buiten, het lage gehinnik van de paarden wanneer ze mijn voetstappen horen. Blije honden, poezen en kippen. Het bleke ochtendlicht op het zandpad en de weilanden. Op de overige dagen van de week word ik dankzij mijn kantoor ritme wakker rond 06.00 uur. Dan doorloop ik hetzelfde ritueel, met dat verschil dat ik loop in plaat van ren. En wanneer de paarden naar buiten gaan, mest ik direct de stallen uit, leg vers hooi klaar en veeg het erf. En dan kijk ik met een bakje koffie in de hand over de velden uit naar mijn etende paarden. Dat is toch het ultieme paardengeluk? Deze week was er veel ophef over de gecoupeerde staarten van de trekpaarden. Bij het lezen van de stellingen in de Paardenkrant van donderdag 1 september zakte mij de broek toch echt even op de enkels. Niemand zegt ‘dat hebben we niet goed gedaan, we gaan er nú mee aan de slag’. Het is één grote afschuifstrategie. De voorzitter van de KVHT (Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger) zegt dat hij met zijn rug tegen de muur staat vanwege wetgeving. Dat is heel erg maar met de rug tegen de muur staat niemand. Je zou kunnen beginnen met deze paarden geen kampioen meer te maken. Voeg het element ‘staartdracht’ toe aan het scoringsformulier, laat dit dubbel tellen en voilà. Willen de juryleden dat niet? Vinden er bedreigingen plaats? Geef deze mensen aan. Zoek de openbaarheid en vraag hulp aan de koepel, de sector, de bond en de politiek. Misschien kunnen de Haflinger eigenaren die in dit stamboek vertegenwoordigd worden wat druk gaan zetten? Mogelijkheden zat.! Dan is er de Koepel Fokkerij. De voorzitter vindt dat de afwachtende houding van het stamboek de Nederlandse paardenwereld schaadt. Foei foei stamboek KVHT, wij vinden dit niet leuk. Wat eigenlijk niet? Dat er paarden lijden of dat de Koepel Fokkerij slecht in het nieuws komt ? Heel vervelend dat u daar over moet nadenken. Maar helpen, bijvoorbeeld door een nieuw kort geding te financieren is niet gebeurd. Het zijn tenslotte maar trekpaarden. Een klein groepje in de paardenbranche. De branche.... die vertegenwoordigd wordt door de sectorraad. De voorzitter wil dat het héél duidelijk is dat de sectorraad couperen ‘ten enenmale’ afkeurt. Foei, foei, trekpaard mensen. Maar Piet heeft zijn huiswerk niet gedaan want hij is niet op de hoogte van het feit dat het KVTH niet kan verbieden om deze paarden toe te laten. Dat doet ons afvragen hoe intensief de communicatie tussen deze twee partijen werkelijk is. En meneer de voorzitter, als een van uw leden zich ‘weigerachtig’ blijft opstellen, gaat u daar dan meer dan 10 jaar mee akkoord? Dat getuigt toch niet echt van betrokkenheid en leiderschap? En zelfs de Paardenkrant, die twee pagina’s wijdt aan dit onderwerp, doet vervolgens op pagina 22 van dezelfde krant verslag van de Nationale Tentoonstelling. Met foto’s van de kampioenen en onderschrift dat ‘de tweejarige Evita van de Kannelust uitblonk in haar type’. Weliswaar verminkt voor het leven maar ach…wie zit daar nu mee. Het zal journalistieke onafhankelijkheid zijn. Nou nou. We hebben nu allemaal twee dagen wakker gelegen van deze praktijken en nu is het weekend en moeten we bedenken naar welk paardenevenement we toe gaan. De trekpaardenfokker die zijn gecoupeerde kampioen in de wei ziet lopen denk bij zichzelf: “Lullen jullie maar een eind in de rondte, over twee jaar ben ik er weer bij. O ik moet niet vergeten om een afspraak maken om het veulen van dit jaar te couperen.” Hoe vaak ben jij nat geregend in de laatste twee maanden? Het is bijna half juli, op facebook verschijnen plaatjes van twee handen die boven een plas uitsteken met daarin de tekst ‘Zomer 2016, ik was erbij’. Zelden was het zo nat. Goed weer ruiter Ik ben eigenlijk een goed weer rijder. Een die bij regen denkt; nah morgen is er weer een dag, bij wind; hmm misschien is ie wat ril, morgen nog maar eens proberen? Met afgunst kijk ik op facebook naar de bikkels die trainen bij weer en wind, in regen en zonneschijn, in licht en donker. En ik vraag mij af: ‘zouden zij ook 24/7 buienradar open hebben staan?' Maar sinds kort is het anders. Ik ben namelijk aan het trainen voor de endurance klasse 2. En dat komt niet aan waaien. Daar moet voor getraind worden. Begin juli stond een bloktraining op het programma. Normaal train ik op de Borkeld - het natuurgebiedje achter mijn huis - waar je maximaal 16 km kunt maken alvorens een tweede ronde in te zetten. Maar nu hed ik de trailer van een vriendin gehuurd voor een zacht prijsje. En tja, als die trailer er staat, moet ie ook gebruikt worden. Dus op naar de Holterberg voor een bescheiden rondje van 28 km. Singing in the rain De voorspelling was wisselvallig en als ik geen trainingsschema had opgesteld had ik het even afgewacht. Maar nu gingen we opgewekt op pad. Prompt brak na 15 minuten de hemel open. Om nooit meer te sluiten…. Timo is dit net als ik niet gewend en werd in eerste instantie erg boos, gooide de kont tegen de spreekwoordelijke krib en bokte naar de natte kledders die op zijn stevige achterwerk kletterden. Na een minuut of 20 was ik doorweekt tot op de onderbroek. Lang leve de waterdichte telefoonhoes. En toen gebeurde er iets. Iets dat de bikkels wel weten maar voor mij lang vervlogen herinneringen aan mijn ponytijd terug bracht. Als je eenmaal nat bent maakt het niet meer uit dat het regent. En dat is bevrijdend! Luidkeels zingend heb ik twee uur in de rondte gereden. Alle hindernissen die we tegen kwamen overwinnend. Verdwenen routepaaltjes, omgevallen bomen over het pad, steile glibberpaden met boomwortels, het maakte allemaal niets uit. Ik was met Timo! En verder was er niemand in het bos Héérlijk. Ook Timo paste zich vlot aan toen hij door had dat de regen een gegeven was. Dapper en stabiel marcheerde hij door de plassen. Eerst langs het randje en later er dwars doorheen. Weg met buitenradar De moraal van dit verhaal; weg met buienradar! Niks niet kijken, want ten eerste regent het veel minder vaak dan de radar aangeeft. Als je daarop moet varen kom je helemaal niet meer buiten. En ten tweede kun je beter geen aanstoot nemen aan het weer. Trek zo weinig mogelijk aan, dan wordt er ook minder nat! En geniet. Het bos ruikt lekkerder, er zijn geen mensen dus luidkeels vals zingen mag :-) Weg met buienradar!! Op mijn 40e maakte ik mijn jeugddroom waar. Een idyllische Twentse boerderij – ja mét rieten dak - met de paarden aan huis samen met een koppeltje kippen, twee boerderijkatten en onze twee honden. En dat samen met een droomman en in de weekenden onze drie jongens. Het ideaalplaatje. En dat is het. Ik vind het geweldig om de paarden bij huis te hebben. Mijn band met hen heeft zich verdiept omdat ze op natuurlijke wijze onderdeel uitmaken van het gezin. Ik zou het nooit meer willen opgeven. Maar let wel, het is beslist niet gemakkelijker dan wanneer je paard in pension staat. Vroeg opstaan, zeven dagen per week, minstens vier keer per dag voeren, dagelijks de stallen en paddock schoonhouden, altijd, elke dag, 365 dagen per jaar. Pas daarna kun je gaan denken over rijden. Daarnaast heeft dit droomscenario een prijs. Financieel welteverstaan. Daarom werk ik. Gelukkig heb ik een fantastische baan maar het blijft schipperen met de tijd. Er is een chronisch gebrek aan tijd voor de zowel mijn paarden, als voor mijn partner en de kinderen. Om over andere bezigheden al helemaal niet te beginnen. Je kunt mij gerust een cultuurbarbaar noemen. De normen voor het huishouden worden steeds opnieuw omlaag bijgesteld en het schuldgevoel is een knagende, vertrouwde aanwezigheid in mijn achterhoofd. Eigenlijk had ik vandaag nog moeten rijden, moeten we niet een keer naar de buurt barbecue, wanneer kunnen we op familiebezoek in Rotterdam, want daar ben ik al véél te lang niet geweest. Klinkt bekend? De meeste paardenmensen zijn erg bedreven in het zogenaamde ‘doorlopen’. Op de kiezen bijten en doorgaan. Het moet nu eenmaal af. Of deze, ook een veel gehoorde: ' als je het één wilt kun je het niet maken om het andere niet te doen'. En zo leggen we onszelf nóg meer druk op. Ergens weet je het wel maar het is gemakkelijker om de signalen te negeren dan om er gehoor aan te geven. Dus loop ik door. Het gaat nog wel. En met mij velen anderen. Maar soms.... Soms laat het lichaam zich niet voor de gek houden. Je kunt jezelf bijzonder veel wijs maken maar je lijf gaat daar niet mee akkoord. Je lichaam ‘weet’ wanneer het genoeg is. En dan is boem plotseling echt ho. Vorige week maakte ik het in mijn omgeving nog mee en dat zette me aan het denken. In bepaalde segmenten van de paardenwereld is dit 'weten' een bekend fenomeen. De coaches onder ons zijn bekend met de term 'Emotionele congruentie' ofwel emotionele overeenstemming in je denken en je doen. Paarden kunnen er slecht tegen wanneer je emoties probeert te verbergen en ‘doet alsof’, zelfs als dat onbewust gebeurt. Daar raken ze van in de war. Omdat ze feilloos waarnemen hoe jij je van binnen voelt en niet kunnen begrijpen waarom je dan ander gedrag laat zien. Als het voor onze paarden zo gemakkelijk is om ons te lezen, waarom is het voor ons zelf dan zo moeilijk om echt eerlijk te zijn? Het lichaam weet het wel, maar ons brein hobbelt daar maar traag achteraan. Misschien is het een idee om de tijd die we met onze paarden doorbrengen iets bewuster te gaan beleven. Niet enkel trainen en verzorgen, maar ook de tijd nemen om onszelf bewust te worden van ons lichaam en wat we voelen. Ik heb het pas geleden eens geprobeerd, en het is móeilijk….man man. Soms weet ik echt niet wat ik voel. Maar oefening baart kunst en inmiddels koester ik deze uren. Want als ik dan weer in mijn auto stap op weg naar werk of andere verplichtingen kan ik even vasthouden hoe ik me bij mijn paarden voelde. En er mijn voordeel mee doen. Want behalve lief, mooi en geweldig kunnen paarden ons ook veel leren. Wat een rijkdom! |
AuteurNa haar marketing carrière bij Pavo Paardenvoer, en een aantal jaar in een yurt, besloot Carolien om in 2022 definitief met haar paard Timo naar Centraal Portugal te verhuizen. Archives
April 2024
Categorieën |